Mama Jane (Jane Babirye) was een Ugandese vrouw. In het Franse nachtleven was zij een bekende nachtclubdanseres. Zij was gehuwd maar kinderloos. Jane kreeg borstkanker en werd opgenomen in Jinja hospital. Tijdens haar opname werd zij geconfronteerd met een achtergelaten pasgeboren baby die zij vond in het toilet. Het kind was gewikkeld in een doek. Aangezien de moeder zich niet meldde werd het kind aan haar toevertrouwd. Zij noemde de baby Moses. Niet lang daarna werd er opnieuw een baby te vondeling gelegd in het ziekenhuis. Jane werd gevraagd ook voor deze baby te zorgen. Dit meisje noemde ze Jane. Beide kinderen leven nog en maken het goed. Mama Jane werd in Jinja bekend als de vrouw die ontheemde kinderen opving. Al snel groeide het aantal kinderen dat zij onder haar hoede nam.
Tijdens de burgeroorlog werd zij met de kinderen uit haar woning gezet. Ze verbleef samen met de kinderen enige tijd in de buitenlucht onder de mangobomen. Idi Amin zette in die tijd alle buitenlanders, voornamelijk rijke Indiërs, het land uit. Een van de verlaten woningen werd toegewezen aan Mama Jane en haar kinderen. De woning was in zeer slechte staat. Het dak lekte, geen sanitaire voorzieningen, bedden of matrassen en bovendien was er geen eten. De kinderen bedelden regelmatig op straat. Na de burgeroorlog kwam vanuit Duitsland geld beschikbaar voor het opbouwen van een nieuw groot weeshuis. De bedoeling was om daar kinderen onder betere condities op te vangen. Dit weeshuis kreeg de naam St. Moses, genoemd naar het eerste kind. Het weeshuis werd gebouwd aan de andere kant van de Nijl, zo'n 7 kilometer uit de stad. Bijna alle kinderen werden overgeplaatst naar St. Moses. Tijdens de vergadering waarin de constitutie werd vastgelegd kreeg Mama Jane een hartaanval en stierf.
Het verlies van Mama Jane was groot. Ook werd het “oude” weeshuis gemist. Een opvangplek voor kinderen in het cenrtum van de stad bleek hard nodig. Kinderen werden achtergelaten bij de politie of in het ziekenhuis en dan was directe opvang en begeleiding nodig. Agnes Nabawanga, die op dat moment bij de Ugandese raad voor de kinderbescherming werkte en dus veel contact had met Mama Jane, werd gevraagd haar werk over te nemen. Het “oude” weeshuis werd nieuw leven ingeblazen. Ter nagedachtenis van Mama Jane werd het weeshuis naar haar vernoemd: Mama Jane Children Care Centre. Nog steeds hangt haar foto in de eetzaal. Ze blijft daarmee deel uitmaken van de Mama Jane familie.
Zoals eerder beschreven zat Mama Jane in een huis dat oorspronkelijk aan een Aziatische familie toebehoorde. In 1995/1996 bepaalde de president Museveni dat de Aziaten hun verloren eigendommen mochten opeisen. Alle woningen die niet werden opgeeist vielen automatisch in handen van de regering. De bewoners konden de woning kopen van de staat.
Het weeshuis werd niet opgeeist en moest dus gekocht worden. Aangezien er geen geld was leek het einde van Mama Jane in zicht. Met man en macht is geld bij elkaar gesprokkeld en is het gelukt om het gebouw te kopen en Mama Jane te behouden.